Verslag Working Test 21 april


Op 21 april was het dan eindelijk zover: de JWC hield de eerste onderlinge Working Test.

Onder leiding van Anjolien Kooreman hebben enkele NVSW-leden een prachtige wedstrijd georganiseerd. Leden van de ‘Jachthondenopleiding Fryslan – Sud West’ en de NVSW kwamen op de dag zelf helpen. De locatie was net buiten Dwingeloo en ideaal voor de 14 deelnemers. De proeven lagen alle op loopafstand en er was voldoende plaats om de auto’s te parkeren.

Toen ik mooi op tijd arriveerde stonden koffie en thee al klaar. Heerlijk, om een hele dag buiten van de warme lentezon te genieten, samen met Stabij- en Wetterliefhebbers en hun honden.
Het was een heel bijzondere dag, vandaag. De JWC-leden konden dank zij de vrijwilligers ook meedoen aan de wedstrijd. Zo zijn 13 Stabij’s en 2 Wetterhounen van start gegaan. Eén deelnemer deed met 2 Stabijs de proeven.
Om geïnteresseerden duidelijk te maken wat officieel van ons verwacht werd noem ik hier de doelstelling, zoals deze op de website van de NVSW staan, bij de JWC activiteiten.

De ORWEJA WORKINGTESTS hebben in eerste instantie ten doel:

a. het beoordelen van de kwaliteit van het geleverde werk van de deelnemende honden;

b. het in wedstrijdverband vergelijken van de geleverde prestaties van de deelnemende honden;

c. ter voorbereiding t.b.v. deelname apporteer veldwedstrijden.

Met dit nieuwe reglement heeft Nederland een grote stap gezet om haar apporterende rassen te testen op het werk na het schot, op een wijze die aansluit op de apporteerwedstrijden. We hopen zo een bijdrage te kunnen leveren aan een evolutie die onze apporterende honden in de breedte op een hoger plan brengt. Met deze wedstrijdvorm wordt de kloof met apporteer veldwedstrijden kleiner gemaakt. De ervaringen met deze wedstrijdvorm is dat er op veldwedstrijden steeds minder honden verschijnen met uitsluitings-fouten. Working Tests zijn dus geen doel op zich maar is een onmisbare schakel in de opleiding tot een betrouwbare jachthond na het schot.


Tijdens deze eerste working test van de vereniging werden de reglementen nog niet zo strak gehanteerd. De helpers hadden opdracht gekregen dat de honden tot succes moesten komen. Dat betekende dat er soms een helpende hand werd geboden.

Omdat ik in Duitsland train was het voor mij bijzonder spannend. Ik wist van mijn hond dat hij nog lang niet stabiel is in het apporteren. Maar ik had er voldoende vertrouwen in dat hij het apport haalt als hij het ziet liggen. Hij is nog zeer jong en heeft nog alle tijd om ervaringen op te doen.

Anjolien Kooreman had voor de wedstrijddeelnemers een papieren handleiding samengesteld en we hadden daarmee alle weetjes van de dag mooi om na te lezen en het heeft me een goed houvast gegeven. Ik deed immers voor de eerste keer aan zo’n proef mee!

’s Ochtends was het de bedoeling dat we drie proeven deden en ’s middags de andere twee. Er werd met een 6 mm – pistool geschoten. Dit was bewust, zo was de kans erg klein dat de honden zouden schrikken. Als met sterkere munitie geschoten wordt is het gauw te hard en niemand wilde de honden, die nog niet helemaal schotvast waren, angstig maken.

Proef 2, mijn eerste proef was eigenlijk vrij makkelijk. Het ging om 3 ‘duiven’ die ca. 5 meter uit elkaar op een akker lagen. Ik moest mijn hond Foppe enkel vooruit sturen. Het probleem was bij Foppe, dat ik hem nog niet echt goed in een richting kon sturen, als ik iets daar neergelegd heb wat hij niet gezien heeft. Dan heb ik ook nog niet over grote afstanden geoefend zodat het vrij lang duurde, voordat ik hem de goede kant op kon sturen en hij de ‘duiven’ binnen bracht.

Proef 3, mijn tweede proef was de konijnen- en eendenjacht. Ik vond dit heel moeilijk voor Foppe. Hij moest gelijk in het begin zitten blijven, terwijl ik op een afstand van 10 meter een ‘konijn’ oprapen moest. Toen ik het ging oprapen werd er geschoten. Ik keek naar Foppe, hij bleef niet zitten, maar bleef wel staan toen hij zag, dat ik terugkwam met de ‘konijn’. En toen mocht hij weer gaan, het geschoten ‘wild’ gaan halen. Maar dat lukte ook niet echt. Met hulp van de helper bracht hij het dan wel binnen. En ook de tweede eend, die Foppe zag vallen ging hij niet enthousiast halen. Hij wilde bij de helper een van haar apporten, die ze nog op de arm droeg. Tenslotte pakte hij de ‘eend’ op en bracht hem toch nog keurig bij mij.

Proef 1 was wel de moeilijkste proef. Aan de walkant waren drie ‘eenden’ die geapporteerd moesten worden. De wal was vrij sterk hellend, ik mocht niet zien waar de ‘eenden’ lagen en kon zo ook niet doelgericht sturen. Foppe haalde een ‘eend’ uit het water aan de wal, maar de twee anderen kon hij niet brengen. Ik heb nog steeds bij deze proef mijn vraagtekens, omdat ik weet hoe goed de neus van Foppe is. Hij is bijna als laatste voor deze proef gestart en ik denk, dat hij geslaagd zou zijn als hij een nieuwe walkant gekregen zou hebben om te zoeken. Dit was het enige, dat ik in Duitsland geoefend had en hij deed het steeds met veel energie totdat hij het verloren apport gevonden had.

Proef 4. ’s Middags gingen we nog naar ‘eenden’ en ‘fazanten’ zoeken. Ik merkte meteen toen ik Foppe naar de eerste ‘fazant’ wilde sturen dat hij te vermoeid was en niet meer wilde werken. Vreemd, omdat ik eigenlijk Foppe niet zo kende. Hoe kon ik hem weer enthousiast maken? Hij wilde gewoon niet voorwaarts. Gelukkig hebben helper en keurmeester hem toch nog tot succes kunnen brengen, al duurde het eeuwig lang. Toen hij de ‘eend’ uit de sloot haalde heb ik hem wat geholpen. Het water heeft hem ook weer wat opgefrist, maar echt graag wilde hij de laatste eend ook niet halen, mede omdat hij de afstand ook te lang vond. Ook had hij vrij lang gezocht zonder succes en tenslotte sprong hij nog door de kleine sloot. Al met al veel belevenissen voor mijn 13 ½ maanden oude Foppe. De helper heeft hem toen goed geholpen en zo kon hij toch nog de tweede eend binnenbringen.

Proef 5. En dan de drijfjacht. Op een lijn dwars over het veld en zoeken naar wild. Terwijl we aan het zoeken waren, de honden aangelijnd naast ons, werd afwisselend op een ‘konijn’ geschoten en dan opgegooid. Op het commando van de jagermeester mocht dan een hond dit ‘konijn’ halen en naar de baas brengen. Voor Foppe eigenlijk geen probleem, maar hij heeft ook zoiets nog nooit gedaan. Dus, maar afwachten hoe hij reageert... En hij deed het goed tot de laatste keer. Hij had er blijkbaar echt genoeg van en ging zonder om te kijken rechtstreeks met de buit naar onze auto, die ca. 50 meter verder geparkeerd stond. Jammer, ik bleef staan en roepen, fluiten en tenslotte hebben omstanders Foppe naar mij toe geleid, totdat hij me weer waargenomen had. Ik maakte me heel klein en riep nogmaals vrolijk en hij kwam eindelijk aangehold. De hele tijd had hij de dummy (sorry, het konijntje) goed in de vang. Hij leverde het me keurig af.

Tussen de proeven door hadden we heel veel tijd om elkaar beter kennen te leren en ervaringen uit te wisselen. Het was voor mij een prima gelegenheid om met de Nederlandse eisen voor een jachtproef beter bekend te worden.
In Duitsland moet de hond veel zelfstandiger werken en wordt het dirigeren niet gewaardeerd. Ik zal nog erg veel moeten oefenen om eens deel te nemen aan een KNJV-proef. Maar wat let mij? Het is niets mooiers als met Foppe te trainen in het veld of in het bos. En ik weet nu waar ik aan moet werken! Zie ook: http://foppe-met-de-zwarte-kous.blogspot.de/ 

Anjolien, Hanneke en alle andere helpers, hartelijk bedankt voor jullie inzet!

Barbara Müller en Foppe

De foto’s zijn gemaakt door Arina Jansema, Kai Bruelheide en Hanneke Dijkman